Schotland
Schotland kan landschappelijk in 4 gebieden worden ingedeeld:De Southern Uplands
De Central Lowlands of Midland Valley
De Highlands of de Schotse Hooglanden
De Hebrides of de eilanden
Elk met hun eigen karakteristieke eigenschappen. Plaatsen die we reeds hebben bezocht kunnen links in het menu gevonden worden. Een visueel overzicht is terug te vinden op de map onderaan deze pagina.
Southern Uplands
De bergen van de Southern Uplands zijn ronder en niet zo hoog als de bergen in het noorden Schotland. Eindeloze groene heuvels, bosrijke dalen en visrijke rivieren zijn kenmerkend voor het landschap. De hogere delen bestaan uit afgevlakte 'moors'.De heuvels in het grensgebied tussen Engeland en Schotland, de Borders en de heuvels in Galloway zijn voor het merendeel niet hoger dan 800 meter. De met bossen of heide bedekte of kale heuvels in de Borders worden doorsneden door dalen van rivieren, zoals de visrijke Tweed.
In het zuidwesten liggen de Galloway Hills waar bergen als de Merrick (843 m), de Criffel (569 m) en de Cairnsmore of Fleet opvallend bovenuit steken. Galloway heeft verder bossen en heidevelden en een woeste kustlijn.
Central Lowlands of Midland Valley
De relatief vlakke Central Lowlands worden omringd door de Southern Upland Fault en de Highland Boundary Fault. De valleien en delta's van de rivieren Clyde, Forth en Tray vormen een vruchtbare strook tussen de Atlantische Oceaan en de Noordzee. Op de meeste plaatsen komt komen de Central Lowlands niet boven de 122 meter hoogte uit, uitgezonderd bergmassieven als de Campsie Fells, de Kilpatrick Hills, de Ochil Hills en de Sidlaw Hills. De Lothian Plains worden alleen onderbroken door de Pentland Hills, in de buurt van Edinburgh.De laaglanden strekken zich verder uit van de rivier de Forth en door tot aan de rivier de Tay. Heuvels als de Bass Rock en de North Berwick Law zijn van vulkanische oorsprong.
De Trossachs is een gebied met mooie 'lochs' en 'lochans' (binnenmeertjes), 'glens' (valleitjes) en 'bens' (bergen). Hier ligt ook het enige 'lake' van Schotland, het Lake of Menteith, dat om onbekende redenen eind 19e eeuw een Engelse benaming kreeg.
In de buurt van de Lowther Hills ontspringen rivieren Clyde en Tweed. De Nith, de Annan en de Esk monden uit in de Solway Firth. Meer naar het oosten liggen de Moorfoot Hills en de Lammermuir Hills, die de begrenzing vormen van de breuklijn Southern Upland Vault. Ten zuiden hiervan ligt het stroomgebied van de Tweed. De Tweed, die ontspringt in de Tweedsmuir Hills en eindigt in Engeland - waarmee een deel van de benedenloop tegelijk de grens vormt -, is in lengte de derde rivier van Schotland, na de Tay en de Clyde. De belangrijkste zijrivieren zijn de Yarrow, de Ettrick, de Gaia, de Leader en de Teviot.
Highlands of de Schotse Hooglanden
Het grootste gedeelte van de Highlands of Schotse Hooglanden ligt boven de 900 meter en bestaat voornamelijk uit verlaten veen- en heidehoogvlakten. Verder wisselen langgerekte dalen, diepe 'lochs' (meren) en grillige granieten toppen elkaar af. De bergtoppen ('cairns') staan dikwijls volkomen geïsoleerd en bestaan hoofdzakelijk uit kwartsgesteenten.De breuklijn Great Glen Fault loopt van de zeearm Loch Linnhe tot aan de Moray Firth en vormt de afscheiding tussen de Grampian Mountains en de North West Highlands. De Great Glen is een 150 kilometer lange scheur in de aardkorst en grotendeels gevuld met meren. Als een lint liggen hier in het kaarsrechte dal de beroemde Loch Ness, Loch Lochy en Loch Linnhe.
De Cairngorms beslaan een uitgestrekt gebied dat boven de 1067 meter ligt, met bergtoppen als de Cairn Gorm (1245 m), de Ben Macdui (1309 m) en de Braeriach (1295 m). In het gebied van de Monadhliath Mountains liggen een aantal hoge toppen, zoals de Ben Lawers (1214 m) en vooral de Ben Nevis (1344 m), de hoogste berg van geheel Groot-Brittannië.
Ook liggen hier de zoetwatermeren Loch Lomond (met een oppervlakte van 71 km2 het grootste inlands gelegen water van Groot-Brittannië), Loch Katrine, Loch Awe en Loch Tay, en de grootste rivieren van Schotland, de Spey, de Tay, de Dee en de Don.
De ruige hooglanden ten noorden en westen van de Great Glen Fault hebben maar een gemiddelde hoogte van 610 meter, onderbroken door enkele spectaculaire bergtoppen als de Suilven (731 m), de Canisp (846 m), de Quinag (808 m), de Ben Hope (927 m) en de Ben Loyal (764 m).
Ook liggen hier de zoetwatermeren Loch Lomond (met een oppervlakte van 71 km2 het grootste inlands gelegen water van Groot-Brittannië), Loch Katrine, Loch Awe en Loch Tay, en de grootste rivieren van Schotland, de Spey, de Tay, de Dee en de Don. De ruige hooglanden ten noorden en westen van de Great Glen Fault hebben maar een gemiddelde hoogte van 610 meter, onderbroken door enkele spectaculaire bergtoppen als de Suilven (731 m), de Canisp (846 m), de Quinag (808 m), de Ben Hope (927 m) en de Ben Loyal (764 m).
Hebrides of de eilanden
Tot Schotland behoren 186 bewoonde eilanden en ca. 600 onbewoonde, waarvan de meeste voor de noordelijke en westelijke kust liggen.De zeer grillige westkust telt talloze schiereilanden en zeearmen en een eind uit de kust liggen de Inner Hebrides en de Outer Hebrides. De Outer Hebrides is een eilandengroep 64 kilometer ten westen van het vasteland van Schotland, die plaatselijk bekend staan als de 'Long Islands'. Ze strekken zich in een 208 kilometer lange, smalle boog uit vanaf de landtong Butt of Lewis in het noorden naar de kaap Barra Head in het zuiden. De noordelijkste eilanden Harris en het grotere Lewis vormen eigenlijk één eiland. Lewis is voor het grootste deel vlak, maar Harris loopt geleidelijk op tot hoge rotsachtige bergen in het noorden, met de piek van de 799 meter hoge Clisham als hoogste punt. Andere bekende eilanden zijn Barra, Vatersay, Saint Kilda en de Uist-eilanden North Uist, Benbecula en South Uist. De eilanden die het dichtst tegen het vasteland liggen worden de Binnen-Hebriden ('Inner Hebrides') genoemd. Tot de Binnen-Hebriden behoren eilanden als Skye, Mull, Iona en Islay. Het vaak in de mist gehulde eiland Skye (Gaelic: Eilean A'Ceo 'mistig eiland') ligt voor de noordwestkust van Schotland en is een van de mooiste Schotse eilanden, met indrukwekkende zeearmen, rotsachtige pieken en prachtige uitzichten. Het is dan ook in toeristisch opzicht een van de populairste eilanden van Schotland. De zeearmen snijden zo diep in de landmassa dat, hoewel Skye maar tachtig kilometer lang en vijftig kilometer breed is, niet één deel van het eiland meer dan acht kilometer van de zee verwijderd ligt.
Het noordelijke deel van het eiland Arran wordt beheerst door bergen van rond 800 meter; het zuidelijke deel van Arran is minder bergachtig, maximaal 450-500 meter. De bergrug in het zuiden, de Cuillins, is ruim 1000 meter hoog en strekt zich uit van Loch Brittle in het westen naar Broadford in het oosten. De hoogste top is de Sgúrr Alasdair (1085 m)
Het Isle of Mull bestaat uit een contrastrijke combinatie van hoge bergen, desolate heidevlakten, veelvormige meren, langgerekte dalen, diepe inhammen, gladde zandstranden en grimmige rotsformaties. De hoogste piek op Mull is de Ben More (968 meter).
Iona was de bakermat van het christendom in Schotland. In 563 landde de Ierse missionaris Columba hier vanuit Ierland, en met zijn twaalf volgelingen stichtte hij op Iona een klooster, van waaruit zij de kerstening van Schotland, Engeland en later de rest van Europa begonnen.
Staffa is bekend door de zuilachtige basaltformaties en grote grotten, die diep daarin doordringen. Een van de grootste grotten is Fingal's Cave (22 meter en 76 meter diep).
In het noorden liggen boven de Pentland Firth twee grote eilandengroepen, de Orkney Islands met negentig eilanden en de Shetland Islands met ongeveer honderd eilanden (ca. 1426 km2).
Het landschap van de Shetland Islands bestaat voornamelijk uit boomloze, schrale heide- en veengebieden, doorsneden door talrijke kleine lochs. De kust wordt afwisselend door woeste rotsen en klippen of door lange zandstranden gevormd. De Shetlandeilanden liggen op ca. 160 km noord-noordoostelijk van het Schotse vasteland, ongeveer even ver als van Noorwegen en slechts zes graden ten zuiden van de poolcirkel. De belangrijkste eilanden zijn Mainland, Yell en Unst.
De Orkney-eilanden beslaan in totaal een oppervlakte van 3100 km2. Slechts twaalf kilometer scheidt de noordoostelijke kust van de zeventig eilanden, waarvan ongeveer een derde wordt bewoond. Het zuidelijkste eiland van Orkney is van het vasteland gescheiden door de Pentland Firth, die slechts 10 kilometer breed is. Fair Isle, St. Kilda en Rockall zijn op zichzelf staande, afgezonderde eilanden. De Orkney-eilanden bestaan voor het grootste gedeelte uit zandsteen; het kale landschap bestaat voor 85% uit heuvelachtige, vruchtbare landbouwgrond.